Knoeier 1.11.17
In de Ziekenhuistop100 van het Algemeen Dagblad bungelt het hospitaal dat in 1988 mijn voorhuid amputeerde in het onderste blokje. Dat ze nog wordt genoemd, dacht ik, toen ik de lijst doorkeek. Het was al nooit een lolletje mijn onderlijf voor een arts te moeten ontbloten, maar na deze slachting werd het een ware bezoeking. In erecte staat worden de stiksels nog aardig recht getrokken, maar halfwassen of slapend lijkt het meer op een gebutste rollade. Enige jaren geleden kreeg ik een pijnlijke lymfeklierinfectie waarvoor ik naar het ziekenhuis moest. Ik heb de arts toen horen verzuchten welke beunhaas hier in godsnaam aan het werk was geweest. Met het verstrijken der jaren vervalt steeds meer de lust tot penetreren gezien de hinder die dit soms veroorzaakt. Ik mis het daardoor steeds minder. De laatste tijd wordt elke ongewenste toenadering of aanraking gehashtagt. Het zou goed zijn nu de medische knoeiers ook maar eens aan te pakken. #PakDieLul lijkt me hiervoor een weliswaar ongeciviliseerde, doch meer dan uitstekende titel.
Jennie 2.11.17
Sinds internet haar tentakels tot in mijn werkkamer heeft doorgetrokken, krijg ik post uit heel de wereld. Vanmorgen kreeg weer een bericht + filmpje van Human Society International (zie: Actiegroep,17.8.17) betreffend een Zuid-Koreaanse hondenfokkerij. Het filmpje toont een hondje dat een goed tehuis zoekt. Het is een levendig wit hondje van onbekend signatuur. Ze heet Jennie. Ze staat model voor het wereldwijde probleem van overtollige honden. Het enige voorrecht dat mensen boven honden hebben is dat wij onszelf niet mogen consumeren. Zo’n filmpje woelt natuurlijk emoties los bij dierenvrienden en ik behoor daar volgens hen ook toe. Reeds 20.361 mensen hebben Jennie op een Zuid-Koreaans gazonnetje rond zien springen, lees ik. Now she’s making up for lost time, verschijnt er dan in beeld, daarna een banknummer om Jennie en haar lotgenootjes voor de kookpot te behoeden. Maar geld overmaken doe ik nimmernooit. Inmiddels zijn er al 20.484 mensen die Jennie het liefst vandaag nog zouden willen bevrijden. Ik zou graag zien dat er een niet-honden-etende Zuid-Koreaan opdoemt die haar liefdevol opneemt.
Betweter 3.11.17
Raar voorvalletje vanavond. We waren bij een concert van de Amerikaanse singer-songwriter Levi Parham. In een tussenpraatje vroeg hij ons (publiek) of wij The Band ook kenden. Zeker, mompelde menigeen. Welnu, hij was bevriend met de dochter van de drummer Levon Helm en zij vertelde hem onlangs over een nummer dat My masterpeace heette. Ik kende het niet, hoewel… ‘Het is geschreven door Bob Dylan’. Mijn vermoeden was juist en ik riep impulsief ‘That is called ‘When I paint my masterpeace’‘. De zanger keek verstoord in mijn richting. Er klonk gegrinnik van de toehoorders. Ook niet leuk, kom je helemaal uit Oklahoma (USA) en corrigeert iemand je in fuckin’ Veendam (The Netherlands). Niet eerder had iemand zich hier kennelijk over uitgelaten. Er zal maar een zanger zijn die aankondigt: ‘Het volgende liedje is van The Beatles en heet From my friends*. Geheid dat die een berg kritiek over zich heen krijgt. Alleen jammer dat wat hij over Amy Helm zei mij vanwege deze mixed up confusion is ontgaan.
* Voor de duidelijkheid; ik bedoel hier uiteraard het prachtige With a little help from my friends.
Dit voorbeeld is inwisselbaar, zoals ook de uitvoering van The Beatles in dit geval door Joe Cocker.
Archeopraat 4.11.17
De krant bericht dat onderzoekers onlangs in de piramide van Cheops een 30 meter lange ruimte hebben ontdekt. Ze kwamen de nis op het spoor door het gebruik van straling. Prachtig nieuws natuurlijk voor de piramidisten. Ik heb de wereld van de oude Egyptenaren altijd erg interessant gevonden. Ondanks dat zij in onze stenen tijdperk leefden, waren zij al in staat tot het uitdenken en maken van deze fantastische bouwwerken. Daarbij vergeleken zijn onze hunebedden maar inferieure gedrochten. Het zou geweldig geweest zijn als het Trechterbekervolk er gelijk de Egytenaren raadselachtige pictogrammen in hadden aangebracht. Voor de latere provinciekas zou dat lucratief hebben kunnen uitpakken. Maar daar hadden onze pottenbakkers geen sjoege van. Het is overigens precies 95 jaar geleden dat Howard Carter de vloek van de farao over zich afriep door de grafkamer van Toetanchamon te openen. Hopelijk vindt men ooit onder één van onze grafstenen een beschrijving over hoe men deze steenbulten bouwde. Mogelijk door gebruik te maken van de voorloper van kraanbedrijf Mammoet uit Heveskes.
Doodvallen 5.11.17
Als tussendoortje las ik Annie van Kees van Kooten. Een prachtige hommage aan zijn moeder die in 1999 na een val is komen te overlijden. Het ongelukkig komen te vallen is bij oudere mensen een belangrijke doodsoorzaak. Wij halen sinds haar opname in het verzorgingshuis elke zondagmiddag mijn schoonmoeder op en vertoeven dan enige uren te onzent. Voor haar een plezierig uitje. Ze is nog redelijk goed bij, dit in tegenstelling tot haar veelal dementerende medebewoners. Maar haar mobiliteit neemt zienderogen af, we moeten haar bijna dragen. Sinds de dood van haar man -ook veroorzaakt door een val- is zij meerdere keren hard terecht gekomen. Wie weet gaat dit ook aanleiding tot haar dood worden. Het zal wel net als bij Annie door een onbenulligheidje worden veroorzaakt. Iets van een kopje op het aanrecht schuiven en daarbij ongelukkig uitglijden. Zoiets futiels. De goddelijke hartstilstand zit er denken wij niet in. Maar nu is het zondag en dus haal ik haar zodadelijk op. Zolang het nog kan, moet dat.
Rijkdom 6.11.17
Mijn zus belde dat het slecht gaat met onze neef Harm. Zij spreekt niet vaak in superlatieven, dus wisten we dat het ernstig was. Hij kwakkelt al enige jaren, urine- en galblaas zijn inmiddels verwijderd en nu is het mis met zijn lymfeklieren. Ingegeven door het schrikgevoel dat het ineens afgelopen kan zijn, togen wij vanmiddag naar het ziekenhuis waar hij verblijft. Hij maakte een verslagen indruk, was sterk vermagerd en zat ineengedoken op het bed. ‘Ik kan haast niet liggen, want aan de ene kant draag ik mijn stoma en aan de andere kant heb ik een enorm gezwel op mijn bovenbeen. Ik slaap hooguit een minuut of tien, dan sta ik weer op en ga in een stoel zitten suffen’, zei hij sonoor. We waren er ontdaan van. Op de terugrit bejubelden wij bijna schaamteloos ons leventje. Onze kwaaltjes zijn lucht vergeleken met die van hem. Maar de dood schuilt ook in elke bumper. Om een zoen te voorkomen moest ik even keihard op de rem.
Koopjes 7.11.17
In menig supermarkt prijst men artikelen af die tegen de zogenaamde houdbaarheidsdatum aanlopen. De opdruk dat men het artikel anders weg moet gooien zorgt voor een zetje richting koper. Ik laat me er makkelijk door verleiden en mik meerdere van zulke koopjes in mijn kar. Vanmiddag gebeurde dit ook. Ik had alles op de kassaband gelegd, toen een mevrouw achter mij zei ‘U let goed op de kleintjes, zie ik’. Ik zei nogal fel dat die korting mij minder interesseert dan het feit dat het anders in de vuilcontainer verdwijnt, terwijl de halve wereld verrekt van de honger. Daar keek ze van op. De caissière, een van een keurig getrimd baardje en knotje voorziene jongen, hoorde mij dit zeggen en zei dat al het groen- en fruitafval naar een varkensboerderij gaat en andere producten naar de voedselbank. ‘Heel goed’, zei ik. Maar mogelijk is deze boerderij weer gelieerd aan de winkel en teelt het aldus zijn eigen vlees. Ineens – superhypocriet!- had ik minder zin in die afgeprijsde boterhamworst.
Kunst 8.11.17
Mijn vrouw is naar één van onze nichtjes die binnenkort moet bevallen. Ik ben dus alleen. Dat is geen alledaags gebeuren. Niet dat mijn vrouw mij belet nu en dan alleen op stap te gaan. Als we een ritje maken en een plaats aandoen gaan we regelmatig ieder een kant op. ‘Over een uurtje terug bij de auto?’ ‘Is goed’. Soms wordt dat uurtje iets langer omdat wij nogal eens de tijd vergeten. Dat vereist wederzijdse tolerantie. Men zou deze zwierige manier van leven tot kunst kunnen verheffen. Onlangs merkte iemand op dat wij nog in de middeleeuwen leven. Een prachtig compliment. Hij heeft echter de vervelende behoefte elk feitje, elke bewering meteen op zijn IPad na te trekken, wat mij het ongemakkelijke gevoel geeft niets twijfelachtigs tegen hem te kunnen zeggen. Ik pluk en niet eens uit verveling een boek met tekeningen van Anton Pieck uit de kast. Dat van die middeleeuwen was naar ik aanneem overdrachtelijk bedoeld. Hoewel, ik zie ‘m dat woord al stiekem intikken.
Tellen 9.11.17
Ik las dat lezen een goede remedie is tegen dementie. Wetenschappers zeggen dat men deze ziekte deels genetisch meekrijgt en dat je er weinig aan kunt doen, maar dat dagelijkse hersentraining kan helpen het vooruit te schuiven. Mijn moeder en mijn grootmoeder leden er allebei aan. Ze lazen weinig, want het werk riep altijd. Ik kan hier dus geen lering uit trekken. Ik ben niet omdat hersengymnastiek mij een gezonde inspanning leek veel gaan lezen of tellen, want dat is een uitbreiding van die academische gedachte. Zal het indien men nooit heeft gelezen en pas op latere leeftijd als de wiedeweerga de Wereldbibliotheek tot zich neemt, nog zin hebben? De boekenbranche laat ons dat graag geloven. Ik tel elke dag als een mantra meerdere malen 169 woorden. Wie weet schuif ik die vreselijke ziekte ermee vooruit. Aan het eind van haar leven noemde mijn moeder mij plotseling oom Gilles. Dat was een leuke vent, een losbol, een grappenmaker. Er komt dus ook weleens iets aardigs uit dementie voort.
Voorburg 10.11.17
Hans Vermeulen is dood. Hij was de voorman van Sandy Coast. In september ’68 had ik net Music from Big Pink van The Band gekocht, toen ik Sandy Coast in Parkzicht Veendam zag. Ze speelden Long Black Veil van die plaat. Alleen al het feit dat ze een Band-nummer speelden….! Sandy Coast kwam uit Voorburg. We overnachten hier in juni ’66 met de metaalklas. The life I live van Q65 was net uit en klonk voortdurend uit de radio. Misschien door dit nummer werd ik spontaan verliefd op een Twiggy-achtig meisje in een op-art jurkje dat ook in het hotel verbleef. Maar ik was te bleu om haar mijn verliefdheid te bekennen. Toen onze bus ’s anderdaags wegreed zwaaide ze duidelijk in mijn richting. Ik hoor nog die Pekelder roegbainder sneren: ‘Dei maid het d’er tiet’n nog in de staigers stoan’. Iedereen lachen! Ik kon die vent ter plekke wel dood slaan. Op het Journaal draaide men True love, that’s a wonder. Ik was weer even terug in Voorburg.
Gaspedaalhouding 11.11.17
Ik ben blij twee zaken nooit te hebben hoeven ondergaan; de pikorde van het leger en de vernederingen van een studentenvereniging. Over de ontgroening van de rekruten (ook zo’n militaristisch woord) is al jaren veel te doen. Er zijn in het verleden zelfs doden bij gevallen. Hoe het kan dat dit met medeweten en goedkeuring van hogere instanties voortwoekert is mij een raadsel. Nu blijkt dat nota bene de voorzitter van de Commissie Overdracht Corps Kennis, kortweg cock (in het Engels betekent dit haan of lul) opzettelijk op het hoofd is gaan staan van een aspirant-lid. Hij zegt hierover dat hij goed is in ‘vernederen en intimideren’. Ik weet, het voert te ver een vergelijking te maken met het oude Scholtenhuis, gelegen aan hetzelfde plein, waar in de Tweede Wereldoorlog de meest gruwelijke folteringen hebben plaatsgevonden. En toch, ook die sadisten probeerden zich schoon te praten door hun misdaden te bagatelliseren. Op het hoofd staan heet bij de cock-voorzitter leukweg de gaspedaalhouding. Wellicht een moderne variant van waterboarding.
Optreden 12.11.17
Mensen die kunstzinnig bezig zijn, willen vroeg of laat hun werk aan geïnteresseerden tonen. Schrijvers, om mij daartoe te beperken, doen dat middels het gedrukte woord en daarnaast lezen ze weleens voor. Dit is geen plicht, eerder een toevoeging. Er zijn legio schrijvers die dit om meerdere redenen nooit doen. Ik doe het uitsluitend als ik gevraagd word – achter optredens aanlopen doe ik niet. Het is namelijk een zenuwslopende en tijdverslindende bezigheid. De mars naar het meestal denkbeeldige podium is zwaar. Als ik er eenmaal sta en de omstandigheden zijn optimaal, dan is het heerlijk. Maar de omstandigheden zijn nogal eens ondermaats en dan is het een verschrikking. Zonder lessenaar en microfoon met de voor te lezen stukken staan schutteren is een hel. Het veroorzaakt bovendien irritatie en gegrinnik uit het publiek. Voor een muzikant is het ontbreken van apparatuur einde optreden, maar als voorlezer moet je er wat van te maken. Op zulke momenten voel ik me net Urbanus, alleen het was zijn vak. Niet het mijne.
Schootsveld 13.11.17
Op het land vóór ons huis zag ik drie reeën foerageren. Ik stond in de tuin en genoot ervan. Opeens zag ik in de verte een man naderen. Hij droeg iets over zijn schouder. Een geweer, dacht ik. Dat werkte bij mij als een bloedversneller. Hij zou toch niet… Dat moest worden voorkomen. Ik liep naar het bosje van de overbuurman om tussen de reeën en de jager te geraken, waarna ik een omtrekkende beweging begon te maken. De dieren merkten mij niet op. Ik verplaatste mij halfkruipend door de greppel tot het eind van het veld. Daar, ongeveer tussen de reeën en de jager, rees ik plotseling op. De reeën schrokken en sprongen haastig naar het bosje. De man kwam op me toegelopen. Ik zag nu dat zijn geweer een ballaster was. Het was de boer van het land. Hij wilde een gleuf graven om overtollig water van zijn land af te voeren. ‘Waarom joeg jij die reeën weg?’ riep hij boos. Hoe moest ik dit uitleggen?
Rotgedrag 14.11.17
Vanmorgen tijdens een wandeling langs het natuurgebied bij Gasselternijveen zag ik op een plek aan De Hunze een massa bierblikken liggen. Allemaal halve-liters en van hetzelfde merk. Kan een soort indrinksamenkomst geweest zijn, dacht ik. Omdat ik geen tas of plastic zak bij me had, liet ik ze liggen om ze later op te halen. Het waren 18 stuks, bleek toen. Het valt me wel vaker op dat er meerdere blikken bij elkaar liggen of op korte afstand van elkaar. Alsof de drinkers op hetzelfde moment hun blik leeg hebben en het gelijktijdig uit het raam van de auto gooien. In de bermen van fietspaden zie ik overigens hetzelfde verschijnsel. Mogelijk een kwestie van gedeeld rotgedrag is halve schuld. Ik heb in mijn drinkende jaren nooit meegemaakt dat iemand van mijn vrienden al rijdend in de auto dronk, het naar buiten werpen van een leeg blikje bestond denk ik nog niet. Er moet met terugwerkende kracht maar eens heel positief over ons langharig werkschuw tuig moet worden geschreven.
Takkenklus 15.11.17
Vandaag de bomenverzorger op bezoek gehad om onze linden te snoeien. Terwijl hij hoog boven me acrobaatte en met zijn kettingzaag de koppen snelde, legde ik de neergevallen takken met de konten naar voren op bulten, zodat wij ze gemakkelijker in de versnipperaar konden trekken. Ik kwam er al vlot achter dat dit zware werk niet meer aan mij besteed is. Om 16.00 uur voelde ik mij, nadat ik een aantal kruiwagens vol snippers tegen de wal achter in de tuin had gestort, het pad afgeharkt, het tegelplein en de kozijnen geveegd, totaal afgebrand…, maar zeer voldaan. Ik voelde mijn armen verlamd van vermoeidheid. Vroeger, daarmee bedoel ik pak-‘m-beet 15 jaar geleden, kon ik uren aan één stuk voortjakkeren. Ik was niet kapot te krijgen. Nu ben ik na een halve dag geradbraakt. Enfin, de bomen kunnen weer drie jaar vooruit. Dan zouden ze, als ik uitga dat het jaar van aanplant dezelfde is als de bouw van ons huis, een eeuw oud zijn. Bijna een feestje waard.
Wijntaal 16.11.17
Ik heb geen verstand van alcoholische dranken, ik nuttig het zelden, maar de reclames van bijvoorbeeld wijn fascineren me. Het is een wereld op zich. Het komt weleens voor dat ik een flesje van het één of ander mee moet nemen. Het enige waar ik op let is de kleur. De miskeus voor tafelwijn deed me ooit eens verzuchten waaróp men die andere wijnen dan offreert en of er naast droge ook natte wijn bestaat. Ik koop ingeval een klein flesje, want niets is vervelender dan in de koelkast steeds op een halfvol flesje onnut te stuiten. De ergste taal is te lezen bij de duurdere wijnen. ‘Fraai robijnrood met trage tranen aan het glas’, las ik zo-even en ‘fluweelzacht, romig en de smaak van zoete bramen, vleeskersen, kruidkoek en de fraîcheur van Cabernet France’. Dat lees je toch nooit op een pak fruitsap van de Lidl, terwijl dat niet minder strelend is voor tong en gehemelte. Bovendien, maar dat is hoogstpersoonlijk, is de afdronk minstens zo fruitig.
NME 17.11.17
Naast luisteren léés ik ook graag over muziek. Bladen en boeken. Eerst waren er Muziek Expres, Popfoto en Teenbeat. Die bladen beschreven in grote lijnen wat er toendertijds gebeurde. Half jaren ’60 ontstond Hitweek en weer wat later OOR. Jarenlang elke week gekocht. Ik heb er nog meerdere jaargangen van. En daarnaast kocht ik Engelse bladen, zoals New Musical Express, afgekort NME. Die was vaak iets eerder met de nieuwe artiesten uit Engeland en Ierland. Simple Minds, Eurythmics, Dire Straits, U2… Allemaal opgedaan door NME. In de serieuze boekenwereld stelde popmuziek nog niet veel voor. Op één van mijn terugreisjes uit Engeland kocht ik The Encyclopedia of Rock volume 1+2, enige jaren vóór de OOR-encyclopedie uitkwam. Nu koop ik heel af en toe vanwege de bijgevoegde cd nog een Uncut of Mojo. Als popartiest tel je nu pas mee als er een biografie over je wordt geschreven. Maar de voorlopers van deze ontwikkeling zijn de tienerbladen geweest. Ik hield het keurig bij. Het was ook een tic.
Afschaffen 18.11.17
Sinterklaas en zijn Pieten zijn vanmiddag weer in Nederland gearriveerd. In Dokkum deze keer. Sinds enige jaren is dat geen makkie vanwege de kleur van Piet. Om de ultra’s van dit kinderfeest niet te laten botsen -Dokkum heeft een zekere faam in deze- werden zij door de politie reeds op de A7 van elkaar gescheiden en werden de tegenstanders teruggestuurd. Het is mij een raadsel dat met name witte Nederlanders ( de PVV-leider voorop) zich zo fel verzetten tegen het ontkleuren van Zwarte Piet. Je zou van hen juist bijval verwachten. Een spierwitte Turkse pseudo-heilige in een jodocuspak, voorzien van een buitenproportionele spierwitte baard en een Moors hulpje… Als je dit nú zou verzinnen zou het geheid worden weggehoond. Ik denk dat de controverse is ontstaan door de bulk aan Pieten. Misschien moeten we het terugbrengen tot één kleurloos Pietje. Blijft het dan nog rommelen, dan is afschaffen de laatste optie. Het palingtrekken en katknuppelen waren ooit ook tradities van jewelste en wie hoor je daar tegenwoordig nog over?
Blok 20.11.17
Soms ligt het schrijven ineens stil. Andere dagen flotteren er zonder moeite meerdere stukjes uit, maar nu hapert mijn kop. Ik kijk met stille verwondering naar de mappen op de plank. Er zitten dagen tussen dat ik wel 3000 woorden schreef. Complete verhalen, in één ruk uitgebraakt. Het ligt aan de gebeurtenissen. We zijn de afgelopen dagen weinig weg geweest. Deels heeft dit te maken met de hinder die een verontrustende bobbel aan mijn piemel mij bezorgt en de bijwerking van de antibioticakuur. Een vervelende zaak, waar ik tamelijk beroerd van ben. Zo’n plas- en lustapparaat kan een mens toch aardig in de weg hangen. Voor de helft van mijn leeftijdsgenoten schijnt er van opstandigheid van hun apparaat geen sprake meer te zijn. Geen millimeter beweging meer in te krijgen. Televisie-infootjes laten daar geen misverstand over bestaan. Al die stoere vuilpraterij van mannen in een clubje is niets dan wensdenken. Door de kuur zal de snoodaard misschien tot inkeer komen en kunnen we binnenkort hopelijk weer op pad.
Pakjeskoperij 21.11.17
Het is al jaren de gewoonte om bij ons Sinterklaas te vieren. Dat is een overblijfsel van onze toeziende voogdijschap over twee kinderen die inmiddels naar de dertig lopen. Wij beleven er veel plezier aan, evenals de allang gesettelde kinderen + aanhang. Ze komen er graag voor. Mijn vrouw koopt voor iedereen meerdere cadeautjes. Het liefst niet te duur, bijvoorbeeld van een inbrengwinkel. Zij weet de hele club ieder jaar weer aardig te verrassen. Het woord tweedehands is trouwens niet juist voor de spullen die je er aantreft. Evengoed vindt je er splinternieuwe. Voor de vrouw is het een particuliere, tijdrovende onderneming. Ik mag niets van haar uiteindelijke keuzes zien en dien mij meteen bij het betreden van de winkel van haar te verwijderen. Ik respecteer dit in de wetenschap dat ik er iets moois voor terugkrijg. Om haar toch enigszins bij te staan legde ik op zeker moment stiekem een verzamelbundel van Bob den Uyl in haar karretje. En nu maar hopen dat het mij wordt gegund.
Stoppelbaard 22.11.17
Mijn scheerapparaat is kapot. Eigen schuld, want hoewel geschikt voor nat gebruik, nam ik dit denkelijk wat al te rigoureus en ineens zonder seintje vooraf hield ze ermee op. Daar stond ik, één gezichtskant nog bestoppeld. Ik moest denken aan de fotomontage van een lp-hoes van Spirit. Het zal je gebeuren dat je half geschoren de straat op moet. Ik houd mijn bakkes glad, heb nooit baard- of snorharen laten staan. Ik voel me ongeschoren een beetje de Vieze Man, morsig en ongewassen. Alleen tijdens vakantiereizen liet ik het scheren weleens achterwege, maar eenmaal thuis fatsoeneerde ik me ogenblikkelijk. Weer lekker fris. Ik kan me niet voorstellen dat mannen een stoppelbaard plezierig vinden. De gedachte dat het sexy zou staan lijkt me van elk realiteit gespeend. Misschien zouden vrouwen wat vaker moeten zeggen ‘Ga je es scheren joh’. Gelukkig heb ik nog een philisheefje van kort na de stoomjaren en daarmee schoor ik mij mooi glad. Een volle baard is overigens prima. Mijn afkeer betreft die modieuze stoppels.
Archiveren 23.11.17
Als mij tijdens een banenpool of een arbeidsintegratiegesprek gevraagd werd wat ik het liefste deed, dan noemde ik steevast archiveren. Dit had als voordeel dat ik werkwillig bevonden werd, al wist ik dat in deze branche niets voor mij te vinden zou zijn. Rond 1980 heb ik nog eens gesolliciteerd naar de functie van medewerker van de knipselkrant te Almere. Ik zou er zó aan de slag gekund hebben, als ik tenminste bereid was te verhuizen. Dat was ik niet. Ik hield al jong van nieuwtjes verzamelen en opbergen in mappen. Maar langzamerhand raakten de planken vol en niet alle items bleven mij boeien. Dus ben ik onlangs gaan schiften. Weliswaar zonde van al dat knipwerk en in hoesjes steken. Vorige week viel de keuze op ‘Koningshuizen’ (4 mappen) en daarna ‘Europese Literatuur’ (6 mappen). Bij de volgende opschoning gaat de map ‘Historische Kleding’ eruit, daarna ‘Papenlust’, ‘Kwakzalverij’ en ‘Lokale Heiligen’. Bijna alles is immers op internet te vinden. Achteraf maar goed dat dat Almere niets is geworden.
Country 24.11.17
Ineens stond ik in de keuken On top of old Smokey te neuriën. Ik ken het van de plaat Golden Country & Westernsongs van The Blue Mountain Pioneers, gekocht in 1970 te Ermelo. Het was het begin van mijn liefde voor countrymuziek. Jimmy Rodgers, Jerry Jeff Walker, Paul Siebel, Pure Prairie League, The Ozark Mountain Dare Devils, The Nitty Gritty Dirt Band…. Alleen die namen al. Daar konden wij nooit tegenop. De Laaglandse Hooiophoppers of De Hunzevallei Snarenvreters. Niet te doen. Waarom pikten wij dat van die Amerikanen dan wel? Omdat het authentiek en oprecht is. Pas toen Nederlandse artiesten in hun moerstaal en over zaken die men in Kentucky of Texas al decennia bewierookt gingen zingen, begon het aan te slaan. Ineens maakte het niet meer uit of je je liefje verloor op die ouwe Smokey of in de Westerdaipsterdallen. Country is een werelds begrip die de liefde voor het leven en het land beschrijft. The harshness & the beauty. Het leven zonder franje. Dat heet country.
Afname 25.11.17
Ik koop ’s weekends meestal een paar extra kranten. Ofschoon ik de Volkskrant online heb -zit bij de prijs van de papieren editie in- maak ik er weinig gebruik van. Vanmiddag begaf ik mij naar de rookwarenafdeling van de supermarkt waar zich ook de krantenrek bevindt en plukte het Dagblad en Trouw eruit. Ik vouwde ze op de balie netjes dubbel. Veel van die caissièremeisjes vouwen het zonder enig benul tot een frommel, daarom doe ik het liever zelf. De caissière van dienst keek een beetje wantrouwend alsof ik de boel aan het besodemieteren was. ‘Die bijlagen horen erbij hoor’, zei ik ‘of lees jij geen krant?’ Het bleek een retorische vraag. ‘Nee’, zei ze stroef ‘ik heb nog nooit een krant gelezen’. Ik zei niet ‘dat moet je dan toch eens doen’. Nee, ik was stomverbaasd. Ik schatte haar een jaar of 20. Over enige jaren zullen er misschien geen kranten meer zijn, tenzij het vintage ofwel elitaire hebbedingen worden. Reden temeer om een extra krantje te nemen.
Weegbaar 26.11.17
Het nieuwe boek van Kees van Kooten weegt 1872 gram, ofwel 1 kilo + 872 gram. Dat staat in de advertenties. Een vreemde toevoeging, want zal er werkelijk iemand zijn die zich hierdoor laat verleiden het boek te kopen of houdt KvK rekening met de staat van de boekenplanken van zijn lezers? Ik vermoed eerder dat hij de draak steekt met het bij kunstboeken nogal eens snobberig vermelden van het gewicht. Mogelijk ook betreft het een signaal om eventuele claims van kopers die er een spier door verrekken voor te zijn. KvK had -nog leuker- het gewicht als titel kunnen nemen. Ik heb in navolging zojuist alle delen van Het Bureau (gebonden editie) van J.J.Voskuil gewogen en kwam op 5400 gram. Het is de omvangrijkste en zwaarste titel dat ik van een Nederlandse schrijver bezit. Het zegt natuurlijk niets over de inhoud. Daarvoor gelden criteria die moeilijk te wegen zijn. Ik ken een boekenmarkt waar men de handel per kilo verkoopt. Da’s voor mij niet weggelegd.
Grootouders 27.11.17
Vandaag zijn we een beetje grootouders geworden. Dat kan natuurlijk niet, want wij hebben ons niet voortgeplant. Ook niet in een vorige relatie. Tenminste niet naar mijn weten. Het had wel gekund, denk ik weleens in een bespiegelend moment. Zou ik blij zijn geweest met zo’n nu al ruim volwassen kind of kinderen? Oh absoluut! Maar tijdens zo’n overpeinzing komen ook meteen de zorgen. Want de moeder van onze zogenaamde kleinkinderen zouden welhaast zeker de vrucht zijn van een gebroken huwelijk. Ons voogdkind vond bij ons een schouder die ze als tiener zo hard nodig had, maar die haar beide ouders haar onvoldoende gaven. Toeziende voogden zijn op papier niet veel waard en in de praktijk vaak nog minder. Maar de vrouw die mijn leven invulling gaf, ontfermde zich over haar en daardoor werden wij haar namaakouders en vervolgens zijn we nu de namaakgrootouders van haar kind. Dat voelt heel plezierig. Het geeft het leven meer glans – extra dimensie, zoals sommige mensen het in dit geval zouden zeggen.
Interview 28.11.17
Nog even over dat #metoo-spektakel (zie: Zuivering, 21.10.17), voordat de deksel op de beerput gaat. Alles is immers aan tijd gebonden, dit waait dus ook weer over. Mark my words. Begin jaren ’80 werkte ik voor een uitzendbureau in wier personeelsblad ik regelmatig lollige versjes schreef. Men zag in mij kennelijk een talent en vroeg om een interview. Hiervoor kwam er een mevrouw met de trein uit Amsterdam, die mij bij aankomst op het station spontaan zoende. Dat was nieuw voor mij. In mijn idyllisch gelegen huisje begon ze, na het nogal luchtig vraaggesprek, avances te maken die ik met moeite afweerde. Daarna nodigde ze mij uit voor een maaltijd in een gerenommeerd restaurant, maar ik veinsde hier geen tijd voor te hebben. Beduidend minder hitsig deed ik haar uitgeleide. Enige tijd later kreeg ik een kort schrijven waarin stond dat de essentie van het interview niet aan de doelstelling beantwoordde. Zou ik eerzucht boven moraliteit hebben gesteld, dan zou mijn leven er weleens heel anders hebben kunnen uitzien.
Doem 29.11.17
‘De dood is een deel van het leven’, hoorde ik laatst iemand zeggen. Onzin, dacht ik. Dood is geen deel van het leven; het leven gaat er uiteindelijk toe over. Dat is heel iets anders. Er ligt een oneindige tijd vóór elk leven en een oneindige tijd erna. Ik beschouw slapen een beetje als dood-zijn, droomloos slapen dan. Het totale niets, daaruit opstaan en niet weten waar je bent. Zoiets. We waren op bezoek bij onze neef (zie: Rijkdom, 6.11.17). Hij heeft kanker. Hij is bestraald en wacht of het aanslaat. Een 50/50 kans. Hij is er kapot van. De dood waart rond in het kamertje in het zorgcentrum en roert zich door alles weg te nemen wat onnodig geworden is. Ik had een krant meegenomen. Had hij wat te lezen. ‘Geen zin in’, mompelde hij. Wat zou hij ook nog moeten weten. Niets had nog betekenis. Zijn beenderen staken haarscherp uit. Aan de overzijde flitsten screens van de Media-Markt. Voor hem zijn het mogelijk de laatste lichtpuntjes.
Centengeld 30.11.17
Ik kon met een behoorlijke korting naar de Landbouwbeurs in de TT-Hall, maar liet dit na wat gedub varen. Ik houd niet zo van drukte. Dan liever een eindje wandelen. Automatisch ging ik rommeltjes rapen. Dat zou over enige tijd weleens tot het verleden kunnen behoren, want mogelijk komt er statiegeld op blikjes en flesjes. Zo ver is het nog niet, maar doordat al die rommelrapers en milieuactivisten voortdurend roepen dat er iets aan die wegwerpcultuur moet gebeuren, waardoor sommige politici zijn wakker geschud, stemt het tot voorzichtige tevredenheid. Idee is dat inleveraar per flesje of blikje 10 cent kan vangen. Niet meteen shocking, maar je moet het in het groot zien. Er zullen genoeg mensen zijn die voor die luizige 10 cent hun lege verpakking in de berm blijven mieteren. Ik raapte vanmiddag 15 blikjes, 8 pet- en 2 bierflesjes op en de nodige sigarettendoosjes. Dat zou met elkaar een gratis kop koffie en een koek hebben opgeleverd of een treetje blikjes. Kortom: circulaire economie op minischaal.